bothering the signying of the so called declaration of consent under
his direct command without making the content of the writing known;
that he has referred to the circumstance that his colleague Major
xxxxxxx was charged with the operation and that he only gave acte de presence
at his request in the parcel Kanarielaan however beside
the serious doubt that has risen with the College about the truth of
this defense, accused, when he had taken up the supervision he was obliged
to convince himself of complying to the demand of voluntariness set by the headquarter
of the 16th Army;
that he did not do such, although it must have been known to him that
something was wrong;
that moreover he has not only as chief officer of the Japanese Army this duty,
but even more as people of development, indeed he must understand
that for most of these women and girls it must be an extremely far reaching
and step full of consequence to work for the enemy in a
brothel and then only certain types and in very difficult circumstances
to be found for that purpose;
that instead because of similar considerations this calls for caution,
accused without further assurance of the civil servant
has accepted that all were volunteers, despite the remark of
those officials that the women wished to cooperate one day but not the other;
that because of this negataive attitude of accused despite the
points that indicate that there was not any voluntariness
the council became convinced that, the accused was fully informed
of the plan known to him and with the manner of implementation;
that therefore the facts committed by the accused are of an extremely serious character
and the highest punishment against it is fully justified;
Whereas, that the Court-Martial however should admit that VIIth accused was
of a youthful age (then 21 years old) could insufficiently cope,
that herein a circumstance can apply of penalty mitigation,
that moreover he has behaved very decent against women and girls
and has made no abuse of the forced position in which they had fallen;
to the extent that it was in his power, helped them and stand by them,
that the mitigation progressed by the Auditor Military for the accused was considered right by the Court-Martial
that yet the recruited women and girls brought into their exclusive powerlessness
and it was possible for them to mitigate the fate of the victims
of whom it was known that they did not voluntarily surrendered to prostitution;
that they instead of this have cooperated to break the resistance of the
women and girls, without showing any human side or compassion;
that they tried to hide behind a command from above,
however, that the Court-Martial considered it implausible and
has therefore rejected that under Japanese one will be forced to exercise
the profession of brothelboss, without that it is known that one aspires this;
that it is precisely very special types who lend themselved for such work and
accused obviously belong to this kind
that the only difference between these 4 accused is that IXth
accused (xxxxxxx) and XIth (xxxxxxx) have already exercised this profession before
while Xth accused (xxxxxxxx) and XI accused (xxxxxxxxx) have to be considered
as novices in this profession;
that to this is attached that the former more discernment
in regard of the prostitutes and;
that obviously IXth accused xxxxxxxxx in the brothel managed by him
has been even to Japanese standards too rude and ruthlessmeedoogenloos and
that his brothel has yielded a case of insanity and a suicide attempt
and 2 escape attempts;
that presumably on that basis this Semarang Curaboe is very filthy
and that the women and girls were divided over the other brothels
that the Court-Martial considered however, the charged death penalty against accused IX and
a prison sentence of 20 years against XIth accused too high as punishment
judges 20 and 15 years sufficient;
that the charged punishments against Xth en XIIth accused
that the very fact that brothel boss was not their profession must had give them objections
against their appointment and as such protest.
The original transcript is in Dutch, to find it, scroll to page 20 here.
iets aan te trekken het onderteekenen van de zig bereid verklaring onder
zijn directe leiding heeft doen geschieden zonder den inhoud van het
schrift bekend te doen maken;
dat hij zich nu wel beroepen heeft op de omstandigheid dat zijn collega Majoor
xxxxxxx met de uitvoering belast was en dat hij slechts op dien verzoek
acte de presence gaf in het perceel Kanarielaan doch nog afgezien
de ernstige twijfel die bij het College is gerezen omtrent de waarheid van
dit verweer, beklaagde, toen hij dan het toezicht op zich had genomen hij verplicht
was zich te overtuigen van het voldoen aan de door het hoofdkwartier
van het 16e Leger gestelde eisch van vrijwilligheid;
dat hij zulks niet heeft gedaan, ofschoon hem bekend moest zijn dat er
een en ander aan haperde;
dat hij bovendien niet alleen als hoofdofficier van het Japansche Leger deze
plicht had, maar meer nog als mensen van ontwikkeling, immers hij moest begrijpen
dat het voor de meeste van deze vrouwen en meisjes een uitermate verstrekkende
en consequentie-volle stap moest zijn om voor den vijand in een
bordeel te gaan werken en slechts bepaalde typen en dan nog in zeer zware
omstandigheden daartoe te vinden zullen zijn;
dat instede van door soortgelijke overwegingen tot voorzichtigheid genopen
te worden, beklaagde zonder meer de verzekering van de burger-ambtenaar
het allen vrijwilligsters waren heeft aanvaard, ondanks de opmerking van
dier ambtenaren dat de vrouwen de eene dag wel en de andere dat niet wenschen
mee te werken;
dat juist op grond van deze negatieve houding van beklaagde ondanks de
punten die erop wezen dat van een vrijwilligheid geen sprake was de
raad de overtuiging heeft gekregen, dat beklaagde met de wijze van uitvoering.
van het hem bekende plan volledig op de hoogte is geweest;
dat dan ook de door beklaagde gepleegde feiten van een uiterst ernstige
aard zijn en de de hoofste straft daartegen ten volle gewettigd is;
Overwegende, dat de Krijgsraad evenwel moet toegeven dat VIIe beklaagde van
jeugdigen leeftijd (toen 21 jaren) onvoldoende het hoofd heeft kunnen bieden,
dat hierin een strafverlichtende omstandigheid kan gelden, dat hij zich tegenover
de vrouwen en meisjes, overigens zeer fatsoenlijk heeft gedragen en niet
heeft misbruik gemaakt van de dwangpositie waarin zij waren geraken;
voor zoover dat in zijn macht lag, hen heeft geholpen en ter zijde gestaan,
dat de Krijgsraad dan ook de door den Auditeur Militair gevorderde verlichting
voor dezen beklaagde juist acht;
dat toch de geronselde vrouwen en meisjes in hun uitsluitende machteloosheid
gebracht en het voor hen mogelijk was om het lot van deze slachtoffers
wie het hun bekend was dat zij zich niet vrijwillig aan prostitutie
overgeven, te verzachten;
dat zij instede daarvan hebben medegewerkt om het verzet van de
vrouwen en meisjes te breken, zonder daarbij van eenig menschelijke kant
of medelijden blijk te geven;
dat zij zich trachten te verschuilen achter een van hoogerhand gegeven opdracht,
doch de Krijgsraad onaannemlijk acht en derhalve verwerpen heeft en zal
onder Japanners men tot het uitoefenen tot het beroep van bordeelbaas
worden gedwongen, zonder dat van te voren zou vaststaan dat men dit
ambieert;
dat het juist zeer speciale typen zijn die zich voor zulk werk lenen en
beklaagden kennelijk tot dit soort behoren
dat het enige verschil tusschen deze 4 beklaagden bestaan is dat
beklaagde (xxxxxxx) en XIe (xxxxxxx) dit beroep reeds tevoren uitvoerden
terwijl Xe beklaagde (xxxxxxxx) en XI beklaagde (xxxxxxxxx) als nieuwelingen
in dat vak moeten worden beschouwd;
dat daaraan ook verbonden is dat eerst genoemden meer onderscheidingsvermogen
ten aanzien van prostituée's bezaten en';
dat klaarblijkelijk IXe beklaagde xxxxxxxxx in het door hem beheerde bordeel
zelfs naar Japansche maatstaf te ruw en meedoogenloos is geweest en
dat zijn bordeel toch een geval van krankzinnigheid een van zelfmoordpoging
en 2 van ontvluchtings-poging heeft opgeleverd;
dat vermoedelijk op grond daarvan deze Semarang Curaboe zeer smerig
is en de vrouwen en meisjes over de andere bordeelen zijn verdeeld
dat de krijgsraad evenwel de gevorderde doodstraf tegen de beklaagde IXen een
gevangenissstraf van 20 jaren tegen XIe beklaagde te hoog acht als strof
20 en 15 jaren voldoende oordeelt;
dat de geëischte straffen tegen Xe en XIIe beklaagde
dat juist het feit dat bordeelbaas niet hun beroep was deze bezwaren
had moeten brengen tegen hunne aanstelling als zoodanig protest aan te tekenen.
zondag 28 april 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten