zondag 28 april 2013
Pakket 4, pagina 18
that the if the accused therefore failed to follow an order
could not expect to be convicted to serious punishments
and it would even be open to doubt
whether he would be punished by a judge;
that consequently in weighing the legal interests that
were involved here on the one side those of the girls and women that
are of a much higher dimension and of much greater value than those of the accused,
for whom at most a temporary punishment was at stake,
that therefore a defense on emergency rule cannot benefit the accused,
Whereas, that to this can be added that the Headquarters
of the 16th Army had linked to permission to
bring women and girls from the internment camps
in order to let them work in brothels the demand
that they would voluntarily do so;
that this implies that the purpose would be made known to the women and girls
and that they freely would be able to make a decision;
that such was known to the accused,
that therefore it must be blamed to the accused that when he was at
the Halmaheiracamp and the both Ambarawacamps he notified that
they kept quiet and the women and girls apparently deliberately be left
in limbo about the character of the work that could be expected -
failed to take measures to communicate the purpose to the women and girls
and has cooperated to these serious crimes that followed afterwards;
Therefore, that this accused thus in the matter of the
facts must be convicted to a punishment;
In rgard to the accused 9. xxxxxxxx, accused 10. xxxxxxxx accused
11. xxxxx and accused 12. xxxxxxx;
that they have acknowledged - each for himself that they on 26 February
1944 in the Kanarilaan each a number of women and girls were assigend
intended to work as prostitute in the brothels under their supervision
respectively Semarang Curaboe, Sakura club, Hinomaru en Shoko-club;
that they have refused to know that these women and girls for the majority
did not voluntarily start;
that - with the exception of the XIIth accused - they have zij have told that they
did not encounter resistence of some girls who refused
to have sex with Japanese;
Therefore, that they - except for (Xth accused - ) have been going along
to the camps to assist in the selection of the summoned women and girls;
that from the Sompok (Lampersarie) camp no women and girls were
taken, because they refused to be summoned to be selected, the
leadership of that camp judged it not advisable to force them,
that they deny to have expressed threats
as each of them has been charged;
Whereas, from their acknowledgments - as those have been substantially
expressed correctly - already appears that it was known that the
recruitment of the women and girls in the camps and bringing them into the brothels
no openness was given, indeed they admitted that
a few times they have heard that the purpose was communicated
to those women and girls, so that in connection therewith
it must have been clear that the demand of voluntariness was discharged
Therefore, that the witnesses heard about that have declared
to have ceased their resistance and refusal and were forced to yield
under the in the charges mentioned threats in addition to the
cases of repeated abuse by their visitors;
Whereas, that based on their declarations and the abovementioned
witness declarations it is legally and convincingly proven that
the charged to the accused have been provided and thus thereto
declared guilty and in respect thereof convicted to punishment.
Whereas, that the accused IX and XI have denied to have sex
with respectively xxxxxxx and xxxxxxx;
that these both girls have not been heard as witness;
that witness xxxxxxxx and xxxxxxx have declared that
xxxxxxxx with violence has deflowered and xxxxxxxx and that xxxxxxx
had done that with xxxxxxxxxxxxxxxxxx;
that these witnesses, who heard these facts from others;
have given thereby no reason of science;
these declarations have no evidential value.
The original transcript is in Dutch, to find it, scroll to page 18 here.
dat beklaagde derhalve bij weigering aan een bevel daartoe gehoor te
geven niet kon verwachten tot ernistige straffen te zullen worden veroordeeld
en het zelfs aan twijfel onderhevig is dat hij ook maar
door een rechter bestraft zou worden;
dat dienvolgens bij de afweging van de rechtsbelangen die hier op het
spel stonden namelijk aan de eene zijde die van de meisjes en vrouwen die
van veel hooger orde en van veel grooter waarde dan van de beklaagde,
voor wien op z'n hoogst een tijdelijke straf op het spel stond,
dat derhalve een beroep op noodtoestand beklaagde niet kan baten,
Overwegende, dat hieraan nog kan worden toegevoegd dat het Hoofdkwartier
van het 16e Leger aan de toestemming om vrouwen en meisjes uit de interneeringskampen
te halen teneinde hun in bordeelen te laten werken de eisch
had verbonden dat zij zulks vrijwillig zouden doen;
dat dit impliceert dat dit doel aan die vrouwen en meisjes bekend zou
worden gesteld en dat zij daarna vrijelijk een beslissing zouden mogen
nemen;
dat zulks aan beklaagde bekend was,
dat het daarom aan beklaagde verweten moet worden dat hij toen bij
het Halmaheirakamp en de beide Ambarawakampen bemerkte dat
gezwegen werd en de vrouwen en meisjes klaarblijkelijk opzettelijk in het
ongewisse werden gelaten omtrent den aard van het werk dat van kon
worden verlangd - in gebreke is gebleven maatregelen te nemen om het
doel aan die vrouwen en meisjes te doen mededeelen en hij aan deze
heeft medegewerkt aan de ernstige misdrijven die daarna zijn gevolgd;
Overwegende, dat deze beklaagde mitsdien terzake van de
feiten tot straf moet worden veroordeeld;
Ten aanzien van de beklaagde 9. xxxxxxxx, beklaagde 10. xxxxxxx beklaagde
11. xxxxx en beklaagde 12. xxxxxxx;
dat zij hebben erkend - ieder voor zich dat zij op 26 Februari
1944 in de Kanarilaan ieder een aantal vrouwen en meisjes toegewezen
hebben gekregen bestemd om als prostituée in de onder hun
beheer staande bordeelen respectievelijk Semarang Curaboe, Sakura club,
Hinomaru en Shoko-club te werken;
dat zij ontkend te hebben geweten dat deze vrouwen en meisjes voor het
meerendeel niet vrijwillig daartoe overgingen;
dat - met uitzondering van XIIde beklaagde - zij hebben opgegeven niet
in hun bordeel gestuit te zijn op verzet van eenige meisjes die weigerde
zich tot vleeschelijke gemeenschap met Japanners te leenen;
Overwegende, dat zij - behoudens (Xe beklaagde - ) mee zijn geweest naar de
kampen om te assisteeren bij het uitzoeken van de opgeroepen vrouwen en
meisjes;
dat uit het Sompok (Lampersarie)kamp geen vrouwen en meisjes waren
gehaald, omdat zij weigerden aan te treden om geselecteerd te worden, de
leiding van dat kamp het niet raadzaam oordeelde haar te dwingen,
dat zij ontkennen in hun bordeelen de bedreigingen te hebben geuit
als ieder hunner is tenlaste gelegd;
Overwegende, dat uit hunne erkentenissen - zooals die in hoofdzaak
juist zijn weergegeven - reeds blijkt dat het hun bekend was dat
werving van de vrouwen en meisjes in de kampen en het in hun bordeelen
brengen geen open kaart is gespeeld, immers zij toegegeven hebben dat een
enkele maal te hebben gehoord dat aan die vrouwen en meisjes
het doel werd medegedeeld, zoodat in verband met het daarmee voor
hun duidelijk moet zijn geweest dat aan de eisch van vrijwilligheid
was voldaan;
Overwegende, dat de daar omtrent gehoorde getuigen hebben verklaard
haar verzet en weigering hebben gestaakt en tot toegeven zijn gedwongen
onder de in de tenlastelegging vermelde bedreigingen benevens de
gevallen herhaalde mishandelingen door hun bezoekers;
Overwegende, dat op grond van hunne opgaven en de bovenstaande
getuigenverklaringen het wettig en overtuigend bewezen verklaard dat
beklaagden tenlaste gelegde is geleverd en mitsdien daaraan
te worden schuldig verklaard en te dier zake tot straffe veroordeeld.
Overwegende, dat beklaagden IX en XI hebben ontkend vleeschelijke gemeenschap
met respectievelijk xxxxxxx en xxxxxxx te
hebben gehad;
dat deze beide meisjes niet als getuigen zijn gehoord;
dat getuige xxxxxxxx en xxxxxxx hebben verklaard dat
xxxxxxxx met geweld heeft ontmaagd en xxxxxxxx en dat xxxxxxx
met xxxxxxxxxxxxxxxxxx zou hebben gedaan;
dat deze getuigen, die deze feiten slechts van hooren zeggen hebben;
daarbij geen redenen van wetenschap hebben opgegeven;
meedeelingen te dezer zake geen bewijskracht hebben.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten