zondag 28 april 2013

Pakket 4, pagina 22


Today, the 22nd March 1900 eight and forty, by me
M.A.I. ZWAGER, Resident, Chief Temporary Governmentservice in Batavia the
has granted the fiat of execution of the verdict above.

The Resident, Chief Temporary Government
service in Batavia.
w.g. A. Zwager

Spoken in public at the trial of the Temporary Court-Martial
the 24th March 1948 by Mr. J. La Riviere, Lieutenant-Colonel,
President, Mr. I.F. de Groot, Major, Mr. A.J.A. Theys, Captain,
members in the presence of Mr. A. Uyt den Bogaard, 1e Lieutenant,
Secretary, Mr. J. Diephuis, Auditor-Military and of accused and their
added Councel -

In knowleged of me:
The Secretary                                     The President,
w.g. A. Uyt den Bogaard                   w.g. J. La Riviere


Voor certified copy
The Secretary
(w.g.) A. Uyt den Bogaard


The original transcript is in Dutch, to find it, scroll to page 22 here.

Op heden, den 22sten Maart 1900 acht en veertig, is door mij
M.A.I. ZWAGER, Resident, Hoofd Tijdelijke Bestuursdienst te Batavia het
bovenstaand vonnis het fiat executie verleend.

De Resident, Hoofd Tijdelijke Bestuurs
dienst te Batavia.
w.g. A. Zwager

Uitgesproken in het openbaar op de zitting van den Temporairen Krijgs-
raad van den 24sten Maart 1948 door Mr. J. La Riviere, Luitenant-Kolonel,
President, Mr. I.F. de Groot, Majoor, Mr. A.J.A. Theys, Kaptein,
leden in tegenwoordigheid van Mr. A. Uyt den Bogaard, 1e Luitenant,
Secreatris, Mr. J. Diephuis, Auditeur-Militair en van beklaagden en hunner
toegevoegden Raadsman.-

In kennisse van mij:
De Secretaris                                     De President,
w.g. A. Uyt den Bogaard                   w.g. J. La Riviere


Voor eensluidend afschrift
De Secretaris
(w.g.) A. Uyt den Bogaard

Pakket 4, pagina 21

that they have not done such, so that they have to bear the liability;
that the Court-Martial wants to admit to XIIth accused, that his guilt is weaker
than that of Xth accused, because he was under the daily pressure of
IIIrd accused; who was in fact more the brothel boss than he,
that on these grounds a punishment of 10 years for Xth accused and 7
years XIIth accused appear correct;
Whereas, both the physicians (Vth and VIth accused) have acted
in a serious way against the moral duties, by virtue of their profession
hebben gehandeld tegen de moreele plichten, die uit hoofde van hun beroep
will be convicted, whereby with regard to the high age of Vth accused
some mitigating circumstance can be taken into account;
that the next called punishments thus qualify;
that the next called punishments thus are in the right proportion to the
acts committed;
Whereas, the Court-Martial considers the actions of the IVth accused (xxxxxxxxxxx)
very comprehensible, however considers his guilt not of such serious character that
those of IIIrd accused xxxxxx, and therefore takes the view that it can follow
the punisment demanded by the Auditor-Military;
Having regard to the Ordonnance Criminal Law War Crimes (Ordonnantie Strafrecht Oorlogsmisdrijven) Art. I nos. 617 en 55 vv.
Stbl. 1946 - 44, Stbl. 1946 -45 and Stbl. 1946 -47 juncto 74;

Hereby:
Declares the following accused  - with the exceptiion of   
IInd accused: xxxxxxxxx xxxxxx and
VIIIth accused: xxxxxxxxxxxxx;
Whose guilt charged to each was not legally/ and convincincly
proven, so from this they have to be acquitted, guilty to  
war crimes:
IIIrd accused - xxxxxxxxx: "Abduction of girls and women for the purpose of enforced prostitution, enforced prostition" and "rape";
IVde beklaagde -xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx: "Abduction of girls and women for the purupose of enforced prostitution, enforced prostitution";
Vde beklaagde - xxxxxxxxxxxxxxx: "Maltreatment of prisoners" en
"rape";
VIIIe beklaagde - xxxxxxx xxxxxxxx "Abduction of girls and women for the purpose of enforced prostitution, enforced prostitution";
IXde beklaagde - xxxxxx xxxxxxx: "Enforced prostitution";
Xde beklaagde - xxxxxx xxxxxxxx:"Enforced prostitution";
XIde beklaagde - xxxxx xxxxxxxx: "Enforced prostitution";
XIIde beklaagde - xxxxx xxxxxxx: "Enforced prostititution";
Therefore convicts them:
IIIrd accused xxxxxx to the death penalty:
IVth accused - xxxxxxx xxxxxxxxx, to a prison sentence for the duration of
tien years ;
Vth accused - xxxxxxxxxxxxxx, to a prison sentence for the duration of
seven years;
VIth accused - xxxxxxxxx xxxxxxxxx, to a prison sentence for the duration of
sixteen years;
VIIth accused - xxxxxxx xxxxxxxxx, to a prison sentence for the duration of
two years;
IXth accused - xxxxxx xxxxxx, to a prison sentence for the duration of
twenty years;
Xth accused - xxxxx xxxxxxxxx, to a prison sentence for the duration of
ten years;
XIth accused - xxxxxxxxxxxx, xxxxxx, to a prison sentence for the duration of
fifteen years;
XIIth accused - xxxxxxxx xxxxxxxx, to a prison sentence for the duration of
seven years;
Acquits: IInd accused - xxxxxxx xxxxxxxxxxx and VIIIth accused xxxxxxxxxxxx
xxxxxxxxx;

Thereby decided the fourteenth February 1948 by Messrs Mr. J. La Reviere,
Lieutenant Colonel, President, Mr. I.F. de Groot, Major and Mr. A.J.A. Theys,
Captain, Members, in the presence of Mr. A. Uyt den Bogaard,
Secretary, summarised and sentenced the fifteenth March 1948

In knowledge of me:
The Secretary,
w.g. A. Uyt den Bogaard

The original transcript is in Dutch, to find it, scroll to page 21 here.

dat zij zulks niet hebben gedaan, zoodat zij de aansprakelijkheid derhalve
zullen hebben te dragen;
dat de Krijgsraad aan XIIde beklaagde wil toegeven, dat zijn schuld zwakker
ker was dan die van Xde beklaagde, omdat hij onder de dagelijksche druk van
IIIde beklaagde stond; die in feite meer de bordeelbaas was dan hij,
dat op deze gronden een straf van 10 jaar voor X den beklaagde en van 7
jaren XII den beklaagde de juiste voorkomen;
Overwegende, dat de beide artsen (Vde en VIde beklaagde) op ernstige wijze
hebben gehandeld tegen de moreele plichten, die uit hoofde van hun beroep
veroordeeld, waarbij ten aanzien van Vde beklaagde zijn hooge leeftijd
eenige verzachtende omstandigheid in aanmerking kan komen;
dat de na te noemen straffen mitsdien in aanmerking kan komen;
dat de na te noemen straffen mitsdien in juiste verhouding staat ten opzichte van
bedrevene;
Overwegende, dat de Krijgsraad IVde beklaagde (xxxxxxxxxxx) optreden
zeer laakbaar acht, doch zijn schuld niet van dien ernstigen aard oordeelt dat
die van IIIden beklaagde xxxxxx, en mitsdien  de door den Auditeur-Militair
stelde strafeisch meent te kunnen volgen;
Gelet op de Ordonnantie Strafrecht Oorlogsmisdrijven Art. I nos. 617 en 55 vv.
Stbl. 1946 - 44, Stbl. 1946 -45 en Stbl. 1946 -47 juncto 74;

Rechtdoende:
Verklaart de in hoofde dezes genoemde beklaagden  - met uitzondering van  
IIden beklaagde: xxxxxxxxx xxxxxx en
VIIIsten beklaagde: xxxxxxxxxxxxx;
Wiens schuld aan het hun ieder ten laste gelegd niet wettig/ en overtuigend 
is bewezen, zodat zij daarvan moeten worden vrijgesproken, schuldig aan 
oorlogsmisdrijven:
IIIde beklaagde - xxxxxxxxx: "Wegvoering van meisjes of vrouwen voor  gedwongen
prostitutie, het dwingen tot prostitutie" en "verkrachting";
IVde beklaagde -xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx: "Wegvoering van meisjes of vrouwen voor
gedwongen prostitutie, het dwingen tot prostitutie";
Vde beklaagde - xxxxxxxxxxxxxxx: "Slechte behandeling van gevangenen" en
"verkrachting";
VIIIe beklaagde - xxxxxxx xxxxxxxx "Wegvoering van meisjes of vrouwen voor prostitutie, gedwongen
prostitutie";
IXde beklaagde - xxxxxx xxxxxxx: "Het dwingen tot prostitutie";
Xde beklaagde - xxxxxx xxxxxxxx:"Het dwingen tot prostitutie";
XIde beklaagde - xxxxx xxxxxxxx: "Het dwingen tot prostitutie";
XIIde beklaagde - xxxxx xxxxxxx: "Het dwingen tot prostitutie";
Veroordeelt hen deswege:
IIIde beklaagde xxxxxx tot de doodstraf:
IVde beklaagde - xxxxxxx xxxxxxxxx, tot een gevangenisstraf voor den duur
van tien jaren ;
Vde beklaagde - xxxxxxxxxxxxxx, tot een gevangenissstraf voor den duur
van zeven jaren;
VIde beklaagde - xxxxxxxxx xxxxxxxxx, tot gevangenisstraf voor den duur van
zestien jaren;
VIIde beklaagde - xxxxxxx xxxxxxxxx, tot gevangenisstraf voor den duur van
twee jaren;
IXde beklaagde - xxxxxx xxxxxx, tot een gevangenisstraf voor den duur van  
twintig jaren;
Xde beklaagde - xxxxx xxxxxxxxx, tot een gevangenisstraf voor den duur van
tien jaren;
XIde beklaagde - xxxxxxxxxxxx, xxxxxx, tot een gevangenisstraf voor den duur van
vijftien jaren;
XIIde beklaagde - xxxxxxxx xxxxxxxx, tot een gevangenisstraf voor den duur van
zeven jaren;
Spreekt vrij: IIde beklaagde - xxxxxxx xxxxxxxxxxx and VIIIsten beklaagde xxxxxxxxxxxxx
xxxxxxxxxx;

Aldus gewezen den veertiende Februari 1948 bij de Heeren Mr. J. La Reviere,
Luitenant-Kolonel, President, Mr. I.F. de Groot, Majoor en Mr. A.J.A. Theys,
Kapitein, Leden, in tegenwoordigheid van Mr. A. Uyt den Bogaard,
Secretaris, geresumeerd en gearresteerd den vijftienden Maart 1948

In kennisse van mij:
De Secretaris,
w.g. A. Uyt den Bogaard

Pakket 4, Pagina 20

bothering the signying of the so called declaration of consent under
his direct command  without making the content of the writing known;
that he has referred to the circumstance that his colleague Major
xxxxxxx was charged with the operation and that he only gave acte de presence
at his request in the parcel Kanarielaan however beside
the serious doubt that has risen with the College about the truth of
this defense, accused, when he had taken up the supervision he was obliged
to convince himself of complying to the demand of voluntariness set by the headquarter
of the 16th Army;
that he did not do such, although it must have been known to him that
something was wrong;
that moreover he has not only as chief officer of the Japanese Army this duty,
but even more as people of development, indeed he must understand
that for most of these women and girls it must be an extremely far reaching
and step full of consequence to work for the enemy in a
brothel and then only certain types and in very difficult circumstances
to be found for that purpose;
that instead because of similar considerations this calls for caution,
accused without further assurance of the civil servant
has accepted that all were volunteers, despite the remark of
those officials that the women wished to cooperate one day but not the other;
that because of this negataive attitude of accused despite the
points that indicate that there was not any voluntariness
the council became convinced that, the accused was fully informed
of the plan known to him and with the manner of implementation;
that therefore the facts committed by the accused are of an extremely serious character
and the highest punishment against it is fully justified;
Whereas, that the Court-Martial however should admit that VIIth accused was
of a youthful age (then 21 years old) could insufficiently cope,
that herein a circumstance can apply of penalty mitigation,
that moreover he has behaved very decent against women and girls
and has made no abuse of the forced position in which they had fallen;
to the extent that it was in his power, helped them and stand by them,
that the mitigation progressed by the Auditor Military for the accused was considered right by the Court-Martial
that yet the recruited women and girls brought into their exclusive powerlessness
and it was possible for them to mitigate the fate of the victims
of whom it was known that they did not voluntarily surrendered to prostitution;
that they instead of this have cooperated to break the resistance of the
women and girls, without showing any human side or compassion;
that they tried to hide behind a command from above,
however, that the Court-Martial considered it implausible and
has therefore rejected that under Japanese one will be forced to exercise
the profession of brothelboss, without that it is known that one aspires this;
that it is precisely very special types who lend themselved for such work and
accused obviously belong to this kind
that the only difference between these 4 accused is that IXth
accused (xxxxxxx) and XIth (xxxxxxx) have already exercised this profession before
while Xth accused (xxxxxxxx) and XI accused (xxxxxxxxx) have to be considered
as novices in this profession;
that to this is attached that the former more discernment
in regard of the prostitutes and;
that obviously IXth accused xxxxxxxxx in the brothel managed by him
has been even to Japanese standards too rude and ruthlessmeedoogenloos and
that his brothel has yielded a case of insanity and a suicide attempt
and 2 escape attempts;
that presumably on that basis this Semarang Curaboe is very filthy
and that the women and girls were divided over the other brothels
that the Court-Martial considered however, the charged death penalty against accused IX and
a prison sentence of 20 years against XIth accused too high as punishment
judges 20 and 15 years sufficient;
that the charged punishments against Xth en XIIth accused
that the very fact that brothel boss was not their profession must had give them objections
against their appointment and as such protest.

The original transcript is in Dutch, to find it, scroll to page 20 here.

iets aan te trekken het onderteekenen van de zig bereid verklaring onder
zijn directe leiding heeft doen geschieden zonder den inhoud van het
schrift bekend te doen maken;
dat hij zich nu wel beroepen heeft op de omstandigheid dat zijn collega Majoor
xxxxxxx met de uitvoering belast was en dat hij slechts op dien verzoek
acte de presence gaf in het perceel Kanarielaan doch nog afgezien
de ernstige twijfel die bij het College is gerezen omtrent de waarheid van
dit verweer, beklaagde, toen hij dan het toezicht op zich had genomen hij verplicht
was zich te overtuigen van het voldoen aan de door het hoofdkwartier
van het 16e Leger gestelde eisch van vrijwilligheid;
dat hij zulks niet heeft gedaan, ofschoon hem bekend moest zijn dat er
een en ander aan haperde;
dat hij bovendien niet alleen als hoofdofficier van het Japansche Leger deze
plicht had, maar meer nog als mensen van ontwikkeling, immers hij moest begrijpen
dat het voor de meeste van deze vrouwen en meisjes een uitermate verstrekkende
en consequentie-volle stap moest zijn om voor den vijand in een
bordeel te gaan werken en slechts bepaalde typen en dan nog in zeer zware
omstandigheden daartoe te vinden zullen zijn;
dat instede van door soortgelijke overwegingen tot voorzichtigheid genopen
te worden, beklaagde zonder meer de verzekering van de burger-ambtenaar
het allen vrijwilligsters waren heeft aanvaard, ondanks de opmerking van
dier ambtenaren dat de vrouwen de eene dag wel en de andere dat niet wenschen
mee te werken;
dat juist op grond van deze negatieve houding van beklaagde ondanks de
punten die erop wezen dat van een vrijwilligheid geen sprake was de
raad de overtuiging heeft gekregen, dat beklaagde met de wijze van uitvoering.
van het hem bekende plan volledig op de hoogte is geweest;
dat dan ook de door beklaagde gepleegde feiten van een uiterst ernstige
aard zijn en de de hoofste straft daartegen ten volle gewettigd is;
Overwegende, dat de Krijgsraad evenwel moet toegeven dat VIIe beklaagde van
jeugdigen leeftijd (toen 21 jaren) onvoldoende het hoofd heeft kunnen bieden,
dat hierin een strafverlichtende omstandigheid kan gelden, dat hij zich tegenover
de vrouwen en meisjes, overigens zeer fatsoenlijk heeft gedragen en  niet
heeft misbruik gemaakt van de dwangpositie waarin zij waren geraken;
voor zoover dat in zijn macht lag, hen heeft geholpen en ter zijde gestaan,
dat de Krijgsraad dan ook de door den Auditeur Militair gevorderde verlichting
voor dezen beklaagde juist acht;
dat toch de geronselde vrouwen en meisjes in hun uitsluitende machteloosheid
gebracht en het voor hen mogelijk was om het lot van deze slachtoffers
wie het hun bekend was dat zij zich niet vrijwillig aan prostitutie
overgeven, te verzachten;
dat zij instede daarvan hebben medegewerkt om het verzet van de
vrouwen en meisjes te breken, zonder daarbij van eenig menschelijke kant
of medelijden blijk te geven;
dat zij zich trachten te verschuilen achter een van hoogerhand gegeven opdracht,
doch de Krijgsraad onaannemlijk acht en derhalve verwerpen heeft en zal
onder Japanners men tot het uitoefenen tot het beroep van bordeelbaas
worden gedwongen, zonder dat van te voren zou vaststaan dat men dit
ambieert;
dat het juist zeer speciale typen zijn die zich voor zulk werk lenen en

beklaagden kennelijk tot dit soort behoren
dat het enige verschil tusschen deze 4 beklaagden bestaan is dat

beklaagde (xxxxxxx) en XIe (xxxxxxx) dit beroep reeds tevoren uitvoerden
terwijl Xe beklaagde (xxxxxxxx) en XI beklaagde (xxxxxxxxx) als nieuwelingen
in dat vak moeten worden beschouwd;
dat daaraan ook verbonden is dat eerst genoemden meer onderscheidingsvermogen
ten aanzien van prostituée's bezaten en';
dat klaarblijkelijk IXe beklaagde xxxxxxxxx in het door hem beheerde bordeel
zelfs naar Japansche maatstaf te ruw en meedoogenloos is geweest en
dat zijn bordeel toch een geval van krankzinnigheid een van zelfmoordpoging
en 2 van ontvluchtings-poging heeft opgeleverd;
dat vermoedelijk op grond daarvan deze Semarang Curaboe zeer smerig
is en de vrouwen en meisjes over de andere bordeelen zijn verdeeld
dat de krijgsraad evenwel de gevorderde doodstraf tegen de beklaagde IXen een
gevangenissstraf van 20 jaren tegen XIe beklaagde te hoog acht als strof
20 en 15 jaren voldoende oordeelt;
dat de geëischte straffen tegen Xe en XIIe beklaagde
dat juist het feit dat bordeelbaas niet hun beroep was deze bezwaren
had moeten brengen tegen hunne aanstelling als zoodanig protest aan te tekenen.


  

Pakket 4, pagina 19

the charged facts were not provided and they have to be acquitted from these;
Whereas, that VIIIth accused has denied to be guilty for what he was charged;
that witness xxxxxxxxxx pointed him out in a confrontation
as Japanese that would have forced her with violence to have sex
with him, however the Court-Martial deemed the possiblity of a mistake
te big to give full credence to this indication;
that therefore in the absence of any other evidence the legally and convincincly
evidence of the charges against this accused has not been provided
and thus he should be acquited from that;
Whereas, the proven declared facts in violation of the laws
and customs of the war have to be qualified as the following crimes:
"Ravishing of girls and women for forced prostitution",
"Forcing of prostitution", "Maltreatment of prisoners" that will be stated
in the dictum of each accused;
Whereas, that the committed war crimes already carried in itself a
serious character, however because they have been committed against
women and girls that already have lived for a long time in extremely bad circumstances
that belong to the worst one can imagine;
that however the Japanese occupation power had brought these women and girls in
a state of complete dependence by robbing them from their freedom
and therefore the responsibility for them passed to itself and had taken the protection of them upon itself;
that nevertheless representatives of this government made in an organised manner use
of this state of helplessness, dependence and submittance
by deception and violence or threat as well as
taking a number of women and girls from these camps after submitting them
to a serious and offensive inspection;
that the events outlined by the witnesses during the first
days in the brothels might have been depicted somewhat exaggerated,
however one must not lose sight that the positition in which
these women and girls were brought was horrible and that there was no way out for them;
that this mentally has caused for many of them an almost unbearable tension
and some cases of shock and insanity have occured
which the oldest physician on trial refer to
"geistliche Erregung";
that the circumstance that the victims of this beastly and inhuman
enterprise after their first resistance came to the insight that it
could not benefit them and ceased their resistance, which in no way justifies
the conclusion that these women and girls voluntarily surrendered to prostitution
and accused could be relieved from liability, because
each has given in to the wishes of the visiting Japanese
only because of the aftereffect of the original lack and
coercion and thus there was never any substantial freedom for this
also that these crimes have been committed long after the first flush of victory
of the occupying Army;
that the accused III had suggested that exclusively volunteers
have been recruited and selected, to which the Headquarters of the Army
would have given permission, however - leaving aside that this is a
lie - also the recruitment of the so called volunteers from internment camps
therewith making use of the inhuman circumstances in regard
must be qualified as criminal;
Whereas, that also the accused who without any compassion or
to the establishment and population of these brothels and to bring into and keep in operation
have implemented this in a cold and business like way
which must be included as serious war criminals and therefore
must be convicted to heavy punishments;
Whereas, that III the accused as co-executor of the planning of the
establishment of these brothels without bothering him for just a moment
to the enormous injustice he inflicted to the women and girls to be selected for that purpose,
demonstrates a depraved mentalityt;
that he should have known that the selection did not answer to the
fundamentals of a decision made in completely voluntary form
that one has encountered in both firs two visited camps resistance and that in the next
camps the purpose was held secret;

The original transcript is in Dutch, to find it, scroll to page 19 here.

tenlaste gelegde feiten niet is geleverd en zij daarvan moeten worden
vrijgesproken;
Overwegende, dat VIIIste beklaagde heeft ontkend zich aan het hem
gelegde te hebben schuldig gemaakt;
dat getuige xxxxxxxxxx hem weliswaar bij confrontatie heeft aangewezen
als een Japanner die haar met geweld zou hebben gedwongen vleeschelijke gemeenschap
met hem te hebben, doch de Krijgsraad de mogelijkheid van een vergissing
te groot acht om aan deze aanwijzing volledig geloof te hebben;
dat derhalve bij gebreke van eenig ander bewijsmiddel het wettig en overtuigend
bewijs van het dezen beklaagde tenlaste gelegde niet is gegeven
en hij mitsdien daarvan behoort te worden vrijgesproken;
Overwegende, dat de bewezen verklaarde feiten in strijd zijn met de wetten
en gebruiken van den oorlog en moeten worden gequalificeerd als de volgende
misdrijven: "Wegvoering van meisjes en vrouwen voor gedwongen prostitutie",
"Het dwingen tot prostitutie", "Slechte behandeling van gevangenen" die
in het dictum bij iedere beklaagde zal worden aangegeven;
Overwegende, dat de gepleegde oorlogsmisdrijven op zicht zelf reeds een
ernstig karakter dragen, doch nu zij zijn begaan tegen vrouwen en meisjes
die reeds langen tijd in interneeringskampen onder uiterste slechte omstandigheden
leefden tot de ernstigste behooren die men zich kan indenken;
dat toch de Japansche bezettings-overheid zelf deze vrouwen en meisjes
een toestand van volkomen afhankelijkheid had gebracht door haar van
vrijheid te berooven en daarmede de verantwoordelijkheid voor haar overging
en bescherming op zich had genomen;
dat niettemin representanten van deze overheid op georganiseerde wijze gebruik
makend van deze toestand van hulpeloosheid, afhankelijkheid en onderworpenheid
door misleiding en geweld of bedreiging daarmede een aantal
vrouwen en meisjes hebben weggevoerd uit deze kampen na haar aan ernstige en
kwetsende keuring te hebben onderworpen;
dat de door de getuigen geschetste tooneelen die zich gedurende de eerste
dagen in de bordeelen zouden hebben afgespeeld mogelijk wat overdreven
voorgesteld, doch niet uit het oog mag worden verloren, dat de posititie van
deze vrouwen en meisjes waren gebracht afgrijzelijk was en er voor haar
geen enkele uitweg mogelijk was;
dat dit geestelijk voor velen een bijna ondragelijke spanning heeft veroorzaakt
en er zich dan ook eenige gevallen van shock en krankzinnigheid hebben
voorgedaan door den oudsten terechtstandaanden arts aangeduid met
"geistliche Erregung");
dat de omstandigheid dat de slachtoffers van dit beestachtige en onmenselijke
bedrijf na haar eerste verzet tot het inzicht zijn gekomen dat het
toch niet kon baten en dat verzet hebben gestaakt, geenszins de gevolgtrekking
wettigt dat deze vrouwen en meisjes zich daarna vrijwillig aan prostitutie
overgaven en beklaagden daarvoor van de aanspraakelijkheid  konden worden
ontheven, daar immers ieder toegegeven aan de wenschen van bezoekende Japanners
slechts geschied onder de nawerking van de oorspronkelijk gebrek en
dwang en dus van een wezenlijke vrijheid daartoe nimmer sprake is geweest
dat deze misdrijven bovendien zijn gepleegd lang nadat de eerste overwinningsroes
van het bezettende Leger achter den rug was;
dat beklaagde III het heeft voorgesteld dat uitsluitend vrijwillig
lieden zijn geworven en uitgezocht, waartoe het Hoofdkwartier van het Leger
toestemming zou hebben gegeven, doch - nog daargelaten dat dit een
leugen is - ook het werven van zo z.g vrijwilligsters uit interneeringskampen
daarbij gebruik makend van de onmenschelijke omstandigheden aangaande
dien als misdanig moet worden gequalificeerd;
Overwegende, dat aan ook de beklaagden die zonder eenig mededoogen of
tot het oprichten en bevolken van deze bordeelen en het in bedrijf brengen
en houden daarvan op koude en zakelijke wijze hebben uitgevoerd tot de.
van de ernstige oorlogsmisdadigers moeten worden gerekend en derhalve
zware straffen moeten worden veroordeeld;
Overwegende, dat III de beklaagde als mede uitvoerder van de planning van de
inrichting van deze bordeelen zonder zich ook maar een ogenblik te storen
aan het enorme onrecht dat hij de daartoe uit te zoeken vrouwen en meisjes
aandeed, blijk heeft gegeven van een verdorven mentaliteit;
dat hij toch moet hebben geweten dat de selectie niet meer beantwoordde aan
beginselen van een in volledig vrijwillige vorm van een besluit
dat men in de beide eerste bezochte kampen op verzet gestuit is en in de volgende
kampen het doel geheim is gehouden;

Pakket 4, pagina 18


that the if the accused therefore failed to follow an order
could not expect to be convicted to serious punishments
and it would even be open to doubt
whether he would be punished by a judge;
that consequently in weighing the legal interests that
were involved here on the one side those of the girls and women that
are of a much higher dimension and of much greater value than those of the accused,
for whom at most a temporary punishment was at stake,
that therefore a defense on emergency rule cannot benefit the accused,
Whereas, that to this can be added that the Headquarters
of the 16th Army had linked to permission to
bring women and girls from the internment camps
in order to let them work in brothels the demand
that they would voluntarily do so;
that this implies that the purpose would be made known to the women and girls
and that they freely would be able to make a decision;
that such was known to the accused,
that therefore it must be blamed to the accused that when he was at
the Halmaheiracamp and the both Ambarawacamps he notified that
they kept quiet and the women and girls apparently deliberately be left
in limbo about the character of the work that could be expected -
failed to take measures to communicate the purpose to the women and girls
and has cooperated to these serious crimes that followed afterwards;
Therefore, that this accused thus in the matter of the
facts must be convicted to a punishment;
In rgard to the accused 9. xxxxxxxx, accused 10. xxxxxxxx accused
11. xxxxx and accused 12. xxxxxxx;
  that they have acknowledged  -  each for himself that they on 26 February
1944 in the Kanarilaan each a number of women and girls were assigend
intended to work as prostitute in the brothels under their supervision
respectively Semarang Curaboe, Sakura club, Hinomaru en Shoko-club;
that they have refused to know that these women and girls for the majority
did not voluntarily start;
that - with the exception of the XIIth accused - they have zij have told that they
did not encounter resistence of some girls who refused
to have sex with Japanese;
Therefore, that they - except for (Xth accused - ) have been going along    
to the camps to assist in the selection of the summoned women and girls;
that from the Sompok (Lampersarie) camp no women and girls were
taken, because they refused to be summoned to be selected, the
leadership of that camp judged it not advisable to force them,
that they deny to have expressed threats
as each of them has been charged;
Whereas, from their acknowledgments - as those have been substantially
expressed correctly - already appears that it was known that the
recruitment of the women and girls in the camps and bringing them into the brothels
no openness was given, indeed they admitted that
a few times they have heard that the purpose was communicated
to those women and girls, so that in connection therewith
it must have been clear that the demand of voluntariness was discharged
Therefore, that the witnesses heard about that have declared
to have ceased their resistance and refusal and were forced to yield
under the in the charges mentioned threats in addition to the
cases of repeated abuse by their visitors;
Whereas, that based on their declarations and the abovementioned
witness declarations it is legally and convincingly proven that
the charged to the accused have been provided and thus thereto
declared guilty and in respect thereof convicted to punishment.
Whereas, that the accused IX and XI have denied to have sex
with respectively xxxxxxx and xxxxxxx;
that these both girls have not been heard as witness;
that witness xxxxxxxx and xxxxxxx have declared that
xxxxxxxx with violence has deflowered and xxxxxxxx and that xxxxxxx
had done that with xxxxxxxxxxxxxxxxxx;
that these witnesses, who heard these facts from others;
have given thereby no reason of science;
these declarations have no evidential value.

The original transcript is in Dutch, to find it, scroll to page 18 here.

dat beklaagde derhalve bij weigering aan een bevel daartoe gehoor te
geven niet kon verwachten tot ernistige straffen te zullen worden veroordeeld
en het zelfs aan twijfel onderhevig is dat hij ook maar
door een rechter bestraft zou worden;
dat dienvolgens bij de afweging van de rechtsbelangen die hier op het
spel stonden namelijk aan de eene zijde die van de meisjes en vrouwen die
van veel hooger orde en van veel grooter waarde dan van de beklaagde,
voor wien op z'n hoogst een tijdelijke straf op het spel stond,
dat derhalve een beroep op noodtoestand beklaagde niet kan baten,
Overwegende, dat hieraan nog kan worden toegevoegd dat het Hoofdkwartier
van het 16e Leger aan de toestemming om vrouwen en meisjes uit de interneeringskampen
te halen teneinde hun in bordeelen te laten werken de eisch
had verbonden dat zij zulks vrijwillig zouden doen;
dat dit impliceert dat dit doel aan die vrouwen en meisjes bekend zou
worden gesteld en dat zij daarna vrijelijk een beslissing zouden mogen
nemen;
dat zulks aan beklaagde bekend was,
dat het daarom aan beklaagde verweten moet worden dat hij toen bij
het Halmaheirakamp en de beide Ambarawakampen bemerkte dat
gezwegen werd en de vrouwen en meisjes klaarblijkelijk opzettelijk in het
ongewisse werden gelaten omtrent den aard van het werk dat van kon
worden verlangd - in gebreke is gebleven maatregelen te nemen om het
doel aan die vrouwen en meisjes te doen mededeelen en hij aan deze
heeft medegewerkt aan de ernstige misdrijven die daarna zijn gevolgd;
Overwegende, dat deze beklaagde mitsdien terzake van de
feiten tot straf moet worden veroordeeld;
Ten aanzien van de beklaagde 9. xxxxxxxx, beklaagde 10. xxxxxxx beklaagde
11. xxxxx en beklaagde 12. xxxxxxx;
  dat zij hebben erkend  -  ieder voor zich dat zij op 26 Februari
1944 in de Kanarilaan ieder een aantal vrouwen en meisjes toegewezen
hebben gekregen bestemd om als prostituée in de onder hun
beheer staande bordeelen respectievelijk Semarang Curaboe, Sakura club,
Hinomaru en Shoko-club te werken;
dat zij ontkend te hebben geweten dat deze vrouwen en meisjes voor het
meerendeel niet vrijwillig  daartoe overgingen;
dat - met uitzondering van XIIde beklaagde - zij hebben opgegeven niet
in hun bordeel gestuit te zijn op verzet van eenige meisjes die weigerde
zich tot vleeschelijke gemeenschap met Japanners te leenen;
Overwegende, dat zij  - behoudens (Xe beklaagde - ) mee zijn geweest naar de      
kampen om te assisteeren bij het uitzoeken van de opgeroepen vrouwen en
meisjes;
dat uit het Sompok (Lampersarie)kamp geen vrouwen en meisjes waren
gehaald, omdat zij weigerden aan te treden om geselecteerd te worden, de
leiding van dat kamp het niet raadzaam oordeelde haar te dwingen,
dat zij ontkennen in hun bordeelen de bedreigingen te hebben geuit
als ieder hunner is tenlaste gelegd;
Overwegende, dat uit hunne erkentenissen - zooals die in hoofdzaak
juist zijn weergegeven - reeds blijkt dat het hun bekend was dat
werving van de vrouwen en meisjes in de kampen en het in hun bordeelen
brengen geen open kaart is gespeeld, immers zij toegegeven hebben dat een
enkele maal te hebben gehoord dat aan die vrouwen en meisjes
het doel werd medegedeeld, zoodat in verband met het daarmee voor
hun duidelijk moet zijn geweest dat aan de eisch van vrijwilligheid
was voldaan;
Overwegende, dat de daar omtrent gehoorde getuigen hebben verklaard
haar verzet en weigering hebben gestaakt en tot toegeven zijn gedwongen
onder de in de tenlastelegging vermelde bedreigingen benevens de
gevallen herhaalde mishandelingen door hun bezoekers;
Overwegende, dat op grond van hunne opgaven en de bovenstaande
getuigenverklaringen het wettig en overtuigend bewezen verklaard dat
beklaagden tenlaste gelegde is geleverd en mitsdien daaraan
te worden schuldig verklaard en te dier zake tot straffe veroordeeld.
Overwegende, dat beklaagden IX en XI hebben ontkend vleeschelijke gemeenschap
met respectievelijk xxxxxxx en xxxxxxx te
hebben gehad;
dat deze beide meisjes niet als getuigen zijn gehoord;
dat getuige xxxxxxxx en xxxxxxx hebben verklaard dat
xxxxxxxx met geweld heeft ontmaagd en xxxxxxxx en dat xxxxxxx
met xxxxxxxxxxxxxxxxxx zou hebben gedaan;
dat deze getuigen, die deze feiten slechts van hooren zeggen hebben;
daarbij geen redenen van wetenschap hebben opgegeven;
meedeelingen te dezer zake geen bewijskracht hebben.
              

Pakket 4, pagina 17


voluntariness, without which the women and girls were not supposed to be brouhgt
to brothels something was wrong, of which he previously had notified his superiors;
that he subsequently visited the third camp in Semarang and the camps in Ambarawa
and that he left everything to the civil-servant and brothel boss;
that thereby he got the impression that the women and girls were left in limbo
about the character of the activities to be carried out outside of their camps;
that he at the day on which the women and girls were finally brought in the parcel
at the Kanarielaan, Major xxxxxx again pointed to the
possibility that among the women and girls there could be some,
who did not have signed up voluntarily for prostitution-activities;
Whereas, that from this - in the briefly presented story of of the accused
it appears that he was well aware of the circumstances that there women
and girls were involuntarily taken from their camps and intended
to be places as prostitutes in brothels, which definitively
was connected, to these women being forced to do this;
Whereas, the accused - who said he confessed to the Christian Faith
- was permeated of the awareness that the coercion of women and
girls to do that, results a crime, that also in the national criminal law
of Japan was punishable just as in all other criminal laws
in the world;
Whereas, that he thus by following the order to go into the camps
to select women and girls as in the way as has appeared,
knew that he cooperated to the commitence of a serious, universal and
punishable judged act, for he could realise it resulted surely in an act
in violation with the laws and customs of the camps
especially now that they have been committed against a group of
women and girls who
fell completely in the power of the Japanese and who were completely
surrendered to the arbitrariness of the occupying power;
Whereas, that the legislator, in order to prevent that the perpetrator
of a war crime would assure impunity by just
relying upon a defense of official order, has declared this justification
not applicable to the war criminal;
that the delinquent is free to rely on
the emergency rule;
Whereas, that thus the Court-Martial must judge whether
the accused had come into such a situation, that an
other choice was left than to obey
xxxxxxx who gave him the order;
that in advance the College wishes to determine that the
judgement of emergency in respect to war criminals in regard to
the reasons that the legislator have decided to
deprive to rely on official order, to commit to strict standards;
Whereas that the accused, after a few times requested to be
relieved of the order, has complied, while he knew that
therewith he cooperated to acts, that seriously violate
the laws and customs of the war; that
the superior, who gave him the order and who enforced it
was very familiar that thence a punishable fact would be committed;
that the order was in violation of the demand by the Headquarters of the Japanese
Army to link permission to the demand that exclusively women and girls
from the camps, who voluntarily lent themselves for this;
Whereas, that in war time not following an order in general
will be punished with death if such takes place in regard to
or in connection with some military action or in violation with
military interest;
that such a far-reaching punishment can never be expected with the refusal to
follow an order that only laterally had to do with warfare
and certainly not if there was not any connection to this,
that the latter is the case here, indeed the recruiting and selecting of  
women and girls in internment camps never belong to
the taks of a military and can have in no way influence or a
connection with military actions or warfare in general, so that;

The original transcript is in Dutch, to find it, scroll to page 17 here.

vrijwilligheid, zonder welke de vrouwen en meisjes niet naar bordeelen
mochten worden gebracht iets haperde, van welk feit hij zijn eerder genoemde
meerderen op de hoogte heeft gesteld;
dat hij vervolgens het derde kamp te Semarang en de kampen te Ambarawa
heeft bezoch en aldaar alles aan de burger-ambtenaar en bordeelbazen
heeft overgelaten;
dat hij daarbij den indruk heeft gekregen dat de vrouwen en meisjes in
het ongewisse werden gelaten omtrent den aard van de buiten  hare kampen
te verrichten werkzaamheden;
dat hij op den dag, waarop de vrouwen en meisjes tenslotte in het penceel
in Kanarielaan zijn bijeen gebracht, den Majoor xxxxxx nogmaals heeft gewezen
op de mogelijkheid dat er onder die vrouwen en meisjes eenigen konden
den zijn, die zich niet vrijwillig voor prostitutie-werkzaamheden hadden
opgegeven;
Overwegende, dat uit dit -  in het kort weergegeven verhaal van beklaagde
blijkt dat hij zich zeer wel bewust was van de omstandigheid dat er vrouwen
en meisjes onvrijwillig uit hare kampen verden gehaald en  bestemd
werden om als prostituée's in bordeelen te worden geplaatst, waaraan onherroeplijk
was verbonden, dat deze vrouwen en meisjes daartoe zouden
moeten worden gedwongen;
Overwegende, dat beklaagde - die den Christelijken  Godsdienst zegt te belijden
- doordrongen was van het besef dat het dwingen van vrouwen en
meisjes daartoe een misdadige daad oplevert, die in de nationale strafwet
van Japan evenzeer strafbaar is gesteld als in die van elke andere strafwet
ter wereld;
Overwegende, dat hij mitsdien en door het bevel op te volgen om in de kampen
vrouwen en meisjes te gaan uitzoeken op de wijze zooals is gebleken,
wist dat hij medewerkte aan het plegen van een ernstige, universele en
strafbaar geoordeelde daad, die naar hij kon beseffen stellig een handelen
moest opleveren en in strijd met de wetten en gebruiken van den kampen
vooral nu zij gepleegd werd tegen een groep van vrouwen en meisjes die
zich volledig in de macht van den Japanner bevonden en die volkomen naar    
de willekeur van de bezettende macht waren overgeleverd;
Overwegende, dat de wetgever, teneinde te voorkomen dat de pleger
van een oorlogsmisdrijf zich straffeloosheid zou verzekeren enkel door
een beroep te doen op ambtelijk bevel, deze  rechtvaardigheidsgrond
den oorlogsmisdadiger niet van toepassing heeft verklaard;
dat het echter deze delinquent is blijven vrijstaan zich op een handeling
in noodtoestand te beroepen;
Overwegende, dat mitsdien de Krijgsraad dient te beoordelen of
beklaagde in een dusdanigen toestand was komen te verkeeren, dat een
andere keuze was overgelaten dan te gehoorzamen aan de hem doende
xxxxxxx gegeven opdracht;
dat het College hierbij echter vooraf wenscht vast te stellen dat de
beoordeeling van noodtoestand ten aanzien van oorlogsmisdadigers in verband
met de redenen die den wetgever ertoe hebben doen besluiten om
een beroep op ambtelijk bevel te ontnemen, aan strenge maatstaven te
worden verbonden;
Overwegende dan dat beklaagde, na eenige malen verzocht te hebben van de
opdracht te worden ontheven, daaraan heeft voldaan, terwijl hij wist dat
daarmede zijn medewerking verleende aan handelingen, die een ernstige
schending opleverden van de wetten en gebruiken van den oorlog; dat
den meerdere, die hem de opdracht daartoe gaf en deze handhaafde
zeer bekend bekend moest zijn dat zulk een strafbaar feit daardoor zou worden
begaan;
dat de opdracht in strijd was met de door het Hoofdkwartier van het Japansche
Leger aan de toestemming verbonden eisch dat uitsluitend vrouwen en meisjes
uit de kampen mochten worden genomen, die zich vrijwillig hiertoe leenden;
Overwegende, dat in oorlogstijd het niet opvolgen van een bevel over het
algemeen met den dood zal worden gestraft indien zulks plaats vindt ter
zake van of in verband met eenige militaire actie of in strijd met
militair belang;
dat zulk een vergaande straf nimmer verwacht kan worden bij weigeren tot
het opvolgen van een bevel dat slechts zijdelings met oorlogsvoering te
maken heeft en zeker niet als het daarmede in geen enkel verband stond,
dat dit laatste hier het geval is, immers het werven en uitzoeken van    
vrouwen en meisjes in interneeringskampen toch nimmer kan behooren tot
taak van een militair en in geen enkel opzicht invloed kan hebben of
verband kan hebben met militaire acties of oorlogsvoering in het algemeen, zodat;

Pakket 4, pagina 16


Whereas, that thus legally and convincingly has been proven that the
accused is guilty to the charges and that he must be declared guilty
and in this respect be convicted to punishment;
In regard to 5th accused xxxxxxxx and 6th accused xxxxxxx:
Whereas, they each for themselves have recognised to be charged with
medical care of the women and girls respectively
in the Semarang Curaboe and in the Shoko-club, however they
denied to have treated these women and girls badly by withholding them
sufficient medical help and medicines and to let them live under bad hyienic circumstances
Whereas, it can be derived from the declarations of the witnesses,
that the medical research performed by the accused, were superficial
and that there were not enough disinfectant present;
Whereas, the investigation research about the medical
care has been very superficial;
that based on the fact, that later research at Buitenzorg
showed, that of the 100 women 25 to 30 had venereal diseases,
- see above - it can be assumed, that different cases
of venereal diseases under the women have occurred and that against this
no sufficient treatment was given;
Whereas, that this on itself already results in a bad treatment,
especially where the profession of the accused aims to
alleviate and decrease the suffering of fellow humans and taking
measures that can prevent such suffering;
Therefore, that thus the accused have been guilty of
the charges sub a and in this respect must be convicted to punishment;
Whereas, it is not proven that 5th accused was also charged with
the supervision over the activities of the physicians in the other brothels
than the Semarang Curaboe, therefore he must be acquitted from the charges sub b;
Whereas, that 6th accused, who at the opening of opening of the Shoko
club was present and acknowledges to have had sex with
one of the girls, however, denies that he forced
the girl with violence, however the Court-Martial based
on the declaration of the witness xxxxxx aforementioned affirmed
to the extent as mentioned by her sister, by witness xxxx
xxxxx, in regard to the - as above is considered - presumption bordering
to certainty that the women and girls brought to the brothel Shoko-club
were no volunteers, which presumption
the accused, who in the afternoon had carried out an inspection
also must have had, this part of charges to the accused also
deemed legally and convincingly proven, so that he
must be found guilty and convicted to punishment
In regard to 7th accused xxxxxx:
Whereas, that this accused has held a circumstantial story
about the events as mentioned by the witnesses;
that his statements entails a complete confessionbekentenis of the
charged facts, with the proviso, that no women and girls
from the Semarang-East camp were ravished;
Whereas, that because of this confession in regard of the prescribed
witness statements hte charged has been legally and convincingly proven
therefore he must be held guilty to these facts;
Whereas, that the defense of the 7th accused xxxxx xxxxx hereupon
comes down, that he immediately has requested to be relieved
of the assignement given to him to select women and girls in the camps
by order of Major xxxxxxxx went to2 camps in Semarang is gaan;
that he has encountered difficulties in the camps that point to
objections from the side of interned women against
the purpose for which the women and girls had to go out of the camp;
that he had reported this to Major xxxxxxx aforementioned in
the presence of Major xxxxx (3rd accused);
that despite his repeated objections the order was given to continue;
that at that time it was already known to him, that the prescribed
requirement of voluntariness,


The original transcript is in Dutch, to find it, scroll to page 16 here.

Overwegende, dat mitsdien wettig en overtuigend is bewezen dat de
beklaagde zich aan het hem ten laste gelegde heeft schuldig gemaakt
en hij daaraan moet worden schuldig verklaard en te dier zake tot
straf veroordeeld;
Ten aanzien van 5e beklaagde xxxxxxxx en 6e beklaagde xxxxxxx:
Overwegende, dat zij ieder voor zich hebben erkend bbelast te zijn
geweest met de medische verzorging van de vrouwen en meisjes respectievelijk
in de Semarang Curaboe en in de Shoko-club, doch hebben
ontkend deze vrouwen en meisjes slecht te hebben behandeld door
haar voldoende geneeskundige hulp en medicamenten te onthouden en
haar onder slechte hygienische omstandigheden te laten leven;
Overwegende, dat uit de verklaringen van de getuigen af te leiden
valt, dat de medische onderzoeken door beklaagden uitgevoerd, oppervlakkig
waren en dat niet voldoende ontsmettingsmiddelen aanwezig waren;
Overwegende, dat het gehouden nasporingsonderzoek omtrent de medische
verzorging zeer oppervlakkig is geweest;
dat echter op grond van het feit, dat later bij onderzoek te Buitenzorg
bleek, dat van de 100 vrouwen er 25 tot 30 geslachtsziek waren,
- zie boven - kan worden aangenomen, dat zich verschillende gevallen
van geslachtsziekten onder de vrouwen hebben voorgedaan en dat hiertegen
geen voldoende behandeling werd gegeven;
Overwegende, dat dit op zich zelf reeds een slechte behandeling oplevert,
vooral waar het beroep dat beklaagden uitoefenden beoogt het
lijden van medemenschen te lenigen en verminderen en het nemen van
maatregelen die zulk een lijden voorkomen;
Overwegende, dat mitsdien beklaagden zich schuldig hebben gemaakt
aan het hen sub a tenlaste gelegde en zij te dier zake tot straf behooren
te worden veroordeeld;
Overwegende, dat niet is bewezen dat 5e beklaagde ook belast was met
het toezicht over de werkzaamheden van de artsen in de andere bordeelen
dan de Semarang Curaboe, zoodat hij van het hem sub b tenlaste
gelegde moet worden vrijgesproken;
Overwegende, dat beklaagde 6, die op de openingsavond van de Shoko
club aanwezig is geweest en erkent vleeschelijke gemeenschap met
een van de meisjes te hebben gehad, weliswaar ontkent daartoe dit
meisje met geweld te hebben gedwongen, doch de Krijgsraad op grond
van de verklaring van de getuige xxxxxx voorschreven bevestid
voor zoover haar door haar zuster medegedeeld, door getuige xxxx
xxxxx, in verband met het - zooals boven is overwogen - bestaande
aan zekerheid grenzende vermoeden dat de in het boordeel Shoko-club
gebrachte vrouwen en meisjes geen vrijwilligsters waren, welk vermoeden
beklaagde, die 's middags de keuring had verricht, evenzeer
moet hebben gehad, dit deel van het aan beklaagde ten laste gelegde
evenzeer wettig en overtuigend bewezen acht, zoodat hij daaraan moet
worden schuldig verklaard en terzake tot straf veroordeeld;
Ten aanzien van 7de beklaagde xxxxxx:
Overwegende, dat deze beklaagde een omstandig verhaal heeft gedaan
omtrent de gebeurtenissen zooals die door de getuigen zijn medegedeeld;
dat zijn opgaven een volledige bekentenis inhouden van de hem ten
laste gelegde feiten, met dien verstande, dat geen vrouwen en meisjes
uit het kamp Semarang-Oost zijn weggevoerd;
Overwegende, dat door deze bekentenis in verband met de voorschreven
getuigenverklaringen het wettig en overtuigend bewijs van het hem
tenlaste gelegde is geleverd en hij derhalve aan die feiten moet wel
worden schuldig verklaard;
Overwegende, dat het verweer van 7e beklaagde xxxxx xxxxx hierop
neerkomt, dat hij na al dadelijk verzocht te hebben ontheven te worden
van de hem gegeven opdracht om vrouwen en meisjes in de kampen
te gaan uitzoeken op last van den Majoor xxxxxxxx naar 2 kampen in
Semarang is gaan;
dat hij in die kampen op moeilijkheden is gestuit die erop wezen
dat hij van de zijde van de geïnterneerde vrouwen bezwaren bestonden
tegen het doel waarvoor vrouwen en meisjes uit die kampen zouden
moeten gaan;
dat hij dit heeft gerapporteerd aan Majoor xxxxxxx voornoemd in
tegenwoordigheid van Mahoor xxxxx (3e beklaagde);
dat hem ondanks zijn herhaalde bezwaren bevel is gegeven door te gaan;
dat hem toen reeds bekend was, dat er aan de gestelde eisch van vrijwilligheid,

Pakket 4, pagina 15


voluntarily submit to prostitution and coercion would be exercised for that purpose
Whereas, that this all is confirmed by the - although unsworn
- declaration of the above mentioned Japanese witnesses,
so that there does not remain any doubt for the Court-Martial about accused with a
an presumption bordering to knowledge, as considered above;
Whereas, that thus the guilt of the accused has been legally and convincingly proven
to the charges sub a with the proviso,
that it has not been proven that also women from the Semarang-East camp have been
ravished;
Whereas, based on what the witnesses xxxxxxxxx,
xxxxxxxxx and xxxxxxxxxxx have declared also the
charges sub b have been also legally and convincingly proven,
despite his denial in this respect;
Whereas, in regard to the charges sub c the following evidence is present
a. the declaration of xxxxxxx aforementioned;
b. the declarations that can be drawn from the same experiences
that both other witnesses mentioned;
c. the declarations resulting from the fact, that the majority
of the women has been deceived about the purpose for which
they left the internment camps and that they only
came to know it in the brothel, that they had to serve as prostitute;
Whereas, that the Court-Martial deemed the evidence
legally and convincingly that the charges sub c were committed by the accused;
Whereas in regard to accused sub d was charged:
that accused denies to bear any responsibility
for that what happened in other brothels than the Shoko-club,
however, that the College judges that the supervision to
all brothels belonged the function of the accused as officer in charge of the Heitan-matters
and obviously everything needed to be reported to him what happened there;
that based on the assumption of the accused sub a
is declared proven, accused could also assume that the non-volunteers
in the other brothels than the Shoko-club were being forced to prostitution
and were being raped;
that the Court-Martial deemed it not plausible that serious cases of refusal,
which expressed in running away, suicide attempts and simulations
of insanity and illness were not reported to the accused;
that further the opening up of brothels for citizens and military
to which women and girls were brought, of whom accused should
assume that they would not do such voluntarily, definitively the
assumption entailed that these women and girls would be forced to prostitution
and raped by the visitors, as was also declared by the witnesses;
that thus also this part of the facts that were imputed to him have been proven;
Whereas, that therefore the accused must be found guilty to all charges
and in respect thereof punishment needs to be convicted;
In regard of the 4th accused xxxxxx:
whereas, that accused has acknowledged that, when he became in Maart adjutant
of General Major xxxxx, that he heard that in the
aforementionted brothels Dutch women that were taken from internment camps
worked as prostitute, which they did not do voluntarily
and that he did not take measures to immediately close these brothels;
Whereas, that this accused - despite this knowledge - has failed
to convince the commander to whom he was added as adjutant
of the punishable and unacceptable events,
however with the simple consideration that although the commander
knew he did not do anything and therefore he has united with
the intent which lead to the setting up, population and maintenance of these
brothels;
Whereas, it follows that accused knew that in these brothels
women and girls were forced to prostitution and raped
by the visiting citizens and military and that he has tolerated
the committance of crimes of war;
Whereas,


The original transcript is in Dutch, to find it, scroll to page 15 here.

vrijwllig aan prostitutie zouden onderwerpen en daartoe dwang zou
moeten worden uitgeoefend
Overwegende, dat dit alles bevestigd is door de - weliswaar onbeëdigde
- verklaring van de hierboven genoemde Japansche getuigen,
zoodat er voor den Krijgsraad geen twijfel overbloijft omtrent beklaagde's
aan wetengrenzende vermoeden, zooals boven is overwogen;
Overwegende, dat misdien wettig en overtuigend is bewezen beklaagde's
schuld aan het hem sub a ten laste gelegde met dien verstande,
dat niet is bewezen dat ook vrouwen uit het kamp Semarang-Osst zijn
weggevoerd;
Overwegende, dat oop grond van hetgeen de getuigen xxxxxxxxx,
xxxxxxxxx en xxxxxxxxxxx daaromtrent hebben medegedeeld ook het beklaagde
sub b ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen,
niettegenstaande zijn ontkentenis dienaangaande;
Overwegende, dat ten aanzien van het beklaagde sub c ten laste gelegde als bewijsmiddelen aanwezig zijn
a. de verklaring van xxxxxxx voormeld;
b. de aanwijzingen die geput kunnen worden uit dezelfe ervaringen
die de beide andere getuigen vermelden;
c. de aanwijzingen voortvloeiende uit het feit, dat het meerendeel
van de vrouwen om den tuin is geleid omtrent het doel waarvoor
zij haar interneeringskampen verlieten en dat zij pas voor het
eerst in het bordeel te weten kwamen, dat ze als prostituee
dienst moesten doen;
Overwegende, dat door deze bewijsmiddelen de Krijgsraad wettig
en overtuigend bewezen acht dat beklaagde het hem sub c ten laste
gelegde heeft gepleegd;
Overwegende ten aanzien van het beklaagde sub d ten laste gelegde:
dat beklaagde ontkend heeft eenige verantwoordelijkheid te dragen
voor hetgeeen zich in de andere bordeelen dan de Shoko-club zou hebben
afgespeeld , doch het College van oordeel is dat het toezicht op
alle bordeelen tot beklaagde's taak als officier belast met Heitan-aangelegenheden
behoorde en uiteraard alles wat daar gebeurde aan
hem behoorde te worden gerapporteerd;
dat op grond van beklaagde's vermoeden als ten aanzien van sub a
bewezen verklaard, beklaagde evenzeer kon vermoeden dat de niet-vrijwilligsters
ook in de andere bordeelen dan de Shoko-club tot prostitutie
zouden worden gedwongen en zouden worden verkwacht;
dat de Krijgsraad onaannemlijk acht dat ernstige gevallen van weigering,
zich uitende in wegloopen, zelfmoord pogingen en simuleeren
van krankzinnigheid en ziekte niet aan beklaagde zouden zijn gerapporteerd;
dat verder het voor burgers en militairen openstellen van bordeelen
waarin vrouwen en meisjes waren gebracht, van wie beklaagde moest
vermoeden dat zij zulks niet vrijwillig deden, onherroepelijk het
vermoeden met zich meebracht dat deze vrouwen en meisjes de bezoekers
tot prostitutie zouden worden gedwongen en zouden worden
verkracht, zooals ook door alle getuigen is verklaard;
dat dus ook dit deel van het aan beklaagde tenlaste gelegde is bewezen;
Overwegende, dat beklaagde derhalve aan alle hem ten laste gelegde
feiten behoort te worden schuldig verklaard en te dier zake tot
straf dient te worden veroordeeld;
Ten aanzien van 4de beklaagde xxxxxx:
overwegende, dat beklaagde heeft erkend dat, toen hij in Maart adjudant
werd van Generaal Majoor xxxxx, hem ter oore kwam, dat er in de
meergenoemde bordeelen uit interneeringskampen gehaalde Nederlandsche
vrouwen als prostituee werkten, die zulks niet vrijwillig deden
en dat hij geen maatregelen heeft genomen om tot de onmiddellijke
sluiting van deze bordeelen te geraken;
Overwegende, dat deze beklaagde - ondanks deze wetenschap - in gebreke
is gebleven den commandant aan wien hij als adjudant was toegevoegd
te overtuigen van het strafwaardige en ontoelaatbare van deze
gebeurtenissen, doch met de simpele overweging dat die commandant
het wel wist niets heeft gedaan en daarmee zich heeft vereenigd met
den opzet die tot het instellen, bevolken en in standhouden van deze
bordeelen heeft geleid;
Overwegende, dat hieruit volgt dat beklaagde wist dat er in die bordeelen
vrouwen en meisjes tot prostitutie werden gedwongen en verkracht
door de bezoekende burgers en militairen en dat hij het plegen
van de oorlogsmisdrijven heeft geduld;
Overwegende,

Pakket 4, pagina 2


3rd accused: xxxxxxxxxxxx,
a. on or around 26 February 1944, at least in the month of February
1944, at a parcel, located at the Kanarilaan in Semarang, a
group of women, 35 in number, that were already before interned by the
Japanese occupation authorities in the Semarang-East,
Gedangan and Halmaheira in Semarang and the
numbers 4 en 6 camps in Ambarawa, in his function as acting heitan
officer of Semarang, ravish these women for prostitution
to 4 parcels arranged as brothels in Semarang,
while he knew, at least reasonalby had to assume
that all, at least the majority of these women would not give themselves
voluntarily to prostitution and therefore that coercion would be
exercised to them;
b. on or around 29 February 1944, at least in the month of February
1944, in the hours of the afternoon, in a parcel arranged as a brothel in
Semarang, named the Shoko-club, in his function of acting
heitan-officer forced five of the sub 1 mentioned women
to prostitution by threatening them that they
would be killed in the most horrible way and that reprisals
would be taken against their family members, when
they would keep refusing to voluntarily have sex with each random
Japanese visitor of the aforementioned club
c. on or around 29 February 1944, at least in the month February
1944 in the evening hours and at the location as decribed under sub b,
raped woman xxxxxxxxxxx, by forcing her with violence
to have extra-marital sex with him;
d. in or around the months February, March and April 1944 in his
function of acting heitan-officer tolerated, that the citizens and military that were subordinated to him
the under a mentioned women, hosted in the brothels, de Shoko-club, de Semarang-club,
Hinomaru en Futaba-So in Semarang forced them to prostitution and raped them,
while he knew, at least reasonably had to assume,
that these crimes of war were commited or would be committed;
4th accused: xxxxxxxxxxxxxx,
in or about the months February, March and April 1944, at least
during his function of adjutant of the commander of the
training school of officiers in Semarang, tolerated, that the
citizens and military subordinated to him, forced to prostitution and raped
women, 35 in number, who were already before interned
by the Japanese occupation authorities
in de Semarang-East, Gedangan en Hamabeira camps in Semarang
and the nummers 4 en 6 camps in Ambarawa,
while he knew, at least reasonably had to assume that these
crimes of war were committed or would be committed;
5th accused: xxxxxxxxxxxxxxx,
a. in or around the months of February, March and April 1944,
at least during his function as supervising physician over
the, in the building of Hotel Splendid intended for a brothel, located
at the Genielaan in Semarang, then called "Semarang-club"
(Semarang Curaboe), later located in the former building
Hotel of Brussel in Semarang, employed women, hosted in the
aforementioned brothel forced to prostitution interned
women and girls treated badly, by withholding them sufficient
medical help and medicines and let them live
under bad hygienic circumstance;
b. in or around the months of February, March and April 1944 in his
function of supervising physician over the, at the training school
for officers in Semarang allied militairy physicians,
tolerated, that physicians the aforementioned group
women, in number around 35, that were before already interned by the
Japanese Japanese occupation authorities in the Semarang East,
Gedangan en Halmabeira camps in Semarang and the numbers 4
and 6 camps in Ambarawa, hosted in parcels arranged as brothels
named the Shoko-club, Hinomaru en Seiunso in Semarang,
treated badly by withholding this group of women the necessary medical help
and medicines and to let them live under bad hygienic circumstances, while he
knew, at least reasonably would assume, that these crimes of ware were committed


The original transcript is in Dutch, to find it, scroll to page 2 here.

gemeenschap te hebben;
3e beklaagde: xxxxxxxxxxxx,
a. op of omstreeks 26 Februari  1944, althans in de maand Februari
1944, in een perceel, gelegen aan de Kanarilaan te Semarang, een
groep vrouwen, ten getale van ongeveer 35, tevoren reeds door de
Japansche bezettings-autoriteiten geïnterneerd in de kampen Semarang
Oost, Gedangan en Halmaheira te Semarang en de kampen
nummers 4 en 6 te Ambarawa, in zijn functie van waarnemend heitan
officier van Semarang, genoemde vrouwen voor prostitutie
doen wegvoeren naar 4 voor bordeelen bestemde perceelen te Semarang,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden
dat alle, althans het meerendeel dezer vrouwen zich niet vrijwillig
aan de prostitutie zouden geven en derhalve dwang op
haar zouden worden uitgeoefend;
b. op of omstreeks 29 Februari 1944, althans in de maand Februari
1944, in de middaguren, in een als bordeel ingericht perceel te
Semarang, de Shoko-club genaamd, in zijn functie van waarnemend
heitan-officier een 5-tal van de sub 1 genoemde vrouwen tot
prostitutie gedwongen door hen ermede te bedreigen dat zij op
de verschrikkelijkste wijze zouden worden gedood en dat er represailles
genomen zouden worden tegen hun familieleden, wanneer
zij bleven weigeren vrijwillig met elke willekeurige Japansche
bezoeker van genoemde club vleeschelijke gemeenschap te hebben
c. op of omstreeks 29 Februari 1944, althans in de maand Februari
1944 in de avonduren en op plaats als onder sub b omschreven,
vrouwe xxxxxxxxxxx verkracht, door haar met geweld te dwingen
met hem buiten echt vleeschelijke gemeenschap te hebben;
d. in of omstreeks de maanden Februari, Maart en April 1944 in zijn
functie van waarnemend heitan-officier geduld, dat aan hem ondergeschikte
burgers en militairen de onder a genoemde vrouwen,
ondergebracht in de bordeelen, de Shoko-club, de Semarang-club,
Hinomaru en Futaba-So te Semarang tot de prostitutie dwongen en
verkrachtten, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden,
dat deze oorlogsmisdrijven begaan werden of zouden worden
begaan;
4de beklaagde: xxxxxxxxxxxxxx,
in of omstreeks de maanden Februari, Maart en April 1944 in althans
tijdens zijn functie van adjudant van den commandant van
de opleidingsschool van officieren te Semarang, gedulg, dat aan
hem ondergeschikte burgers en militairen, een aantal vrouwen ter
getale van 35, tevoren reeds door de Japansche bezettings-autoriteiten
geïnterneerd in de kampen Semarang-Oost, Gedangan en
Hamabeira te Semarang en de kampen nummers 4 en 6 te Ambarawa
tot de prostitutie dwongen en verkrachtten, terwijl hij wist, athans
redelijkerwijs moest vermoeden, dat deze oorlogssmisdrijven
begaan werden of zouden worden begaan;
5e beklaagde: xxxxxxxxxxxxxxx,
a. in of omstreeks de maanden Februari, Maart en April 1944, in,
althans tijdens zijn functie van controleerend geneesheer over
de, in het tot bordeel bestemde gebouw van Hotel Splendid, gelegen
aan de Genielaan te Semarang, toenmaals geneaamd "Semarang-club"
(Semarang Curaboe), later gevestigd in het voormalig gebouw
Hotel van Brussel te Semarang, te werk gestelde vrouwen, de
in genoemd bordeel tot prostitutie gedwongen ondergebrachte geïnterneerde
vrouwen en meisjes slecht behandeld, door hen voldoende
geneeskundige hulp en medicamenten te onthouden en hen
onder slechte hygienische toestanden te laten leven;
b. in of omstreeks de maanden Februari, Maart en April 1944 in zijn
functie van inspecteerend geneesheer over de, aan de opleidingsschool
voor officieren te Semarang verbonden militairen artsen,
geduld, dat voornoemde aan hem ondergeschikte artsen een group
vrouwen ten getale van ongeveer 35, tevoren reeds door de Japansche
bezettings-autoriteiten geïnterneerd in de kampen Semarang Oost,
Gedangan en Halmabeira te Semarang en de kampen nummers 4
en 6 te Ambarawa, ondergebracht in de als bordeelen ingerichte
perceelen genaamd de Shoko-club, Hinomaru en Seiunso te Semarang
slecht behandelden door aan deze groep vrouwen de noodige medische
hulp en medicamenten te onthouden en hen onder slechte
hygienische toestanden lieten leven, terwijl hij wist, althans
redelijkerwijs moest vermoeden, dat deze oorlogsmisdrijven begaan

Pakket 4, pagina 1

Pro Justitia                                                         14-2-48
No. 72/1947                                                  Verdict 23/
                                                                      In name of the king

The Temporary Court-Martial in Batavia in the case of the Auditor Military
ratione officii, against
I. xxxxxxxxxxxx
45 years old, born in Hiroshima-shi, Japan (1-10-1902) Colonel
the Japanese Army;
II. xxxxxxxxxxx
39 years old, born in Osaka-shi, Higashi-ku, Imabashi, Japan
(11-4-1908) militarised citizen with the rank of Colonel in the
service of the Japanese Army
III xxxxxxxxxxx
38 years old, born in Hiroshima-ken, Fukayama-shi, Japan (14-1
1910) Major in the Japanese Army;
IV. xxxxxxxxxxxx
46 years old, born in Aichi-ken, Kasugai-shi, Ooaza Kasugai, Japan
(7-6-1901) Major in the Japanese Army;
V. xxxxxxxxxxxxx
60 years old, born in Fukuoka-ken, Chikujo-gun, Shimokilmuro, Japan
(28-9-1889) Major in the Japanese Army;
VI. xxxxxxxxxxxxx
44 years old, born in Saga-ken, Kishima-gun, Kohokumura, Kamioda,
Japan (13-12-1902) Captain in the Japanese Army;
VII. xxxxxxxxxxxx
30 years old, born in Mito, province Ibaragi (19-3-1918) Capitain
(reserve) in the Japanese Army;
VIII. xxxxxxxxxxx
44 years old, born in Nishine, province Niyagi, Japan (4-2-1903)
Sergeant Major in the Japanese Army;
IX. xxxxxxxxxxxx
41 years old, born in Tokyo, Sasakusa-ku, Japan (9-10-1907) citizen
in the service of the Japanese Army;
X. xxxxxxxxxxxxx
32 years old, born in Wakayama-ken, Arita-gun, Yahata-mura, Azaschimizu,
Japan (14-2-1923) citizen in the service of the Japanese Army;
XII. xxxxxxxxxxxx
39 years old, born in Yamanashi-ken, Kitatsurugori (24-1-1909)
citizen in the service of the Japanese Army;
currently all detained in the Tjipinang prison;
Given the order of referral to the Temporary
Court-Martial of the Auditor-Military the day 22 November 1947, whereby
the accused are charged  with:
that they, in the Dutch-Indies in the months and on the dates, all
within the year 1944, therefore in time of war and at the
places as specified below, as subjects of the
enemy power Japan,  have committed war crimes
namely in breach of laws and customs of war
1st Accused: xxxxxxxxxxxxxx,
in the months of March en April 1944, in his function of "heitan-officer"
in Semarang has tolerated, that citizens and military subordinate to him a
group of women, in number around 35
that were already before interned by the Japanese occupation authorities
in de number 4 and 6 camps in Ambarawa and hosted
in the brothels, the Shokoclub, the Semarang-club, Hinomura
and Futabaso in Semarang, forcing them to prostitution and raping them,
while he knew, or reasonably had to assume, that
these crimes of war were commited or would be committed;
2nd accused: xxxxxxxxxxxxxxx.
on or around 29 Februari 1944, at least in the month February
1944 in the evening hours in a parcel arranged as a brothel in
Semarang, named de Shoko-club genaamd, has raped xxxxxxxxxxxxxxxxx,
to force her to have sex outside marriage with him.


The original transcript is in Dutch, to find it, scroll to page 1 here.

Pro Justitia                                                             14-2-48
No. 72/1947                                               Vonnis 23/
                                                                   In naam der koning

De Temporaire Krijgsraad te Batavia in de zaak van den Auditeur
Militair ratione officii, tegen:
I. xxxxxxxxxxxx
oud 45 jaar, geboren te Hiroshima-shi, Japan (1-10-1902) Kolonel
bij het Japansche Leger;
II. xxxxxxxxxxxx
oud 39 jaar, geboren te Osaka-shi, Higashi-ku, Imabashi, Japan
(11-4-1908) gemilitariseerd burger met den rang van Kolonel in
dienst van het Japansche Leger;
III. xxxxxxxxxxxx
oud 38 jaar, geboren te Hiroshima-ken, Fukuyama-shi, Japan (14-11910)
Majoor bij het Japansche Leger;
IV. xxxxxxxxxxxx
oud 46 jaar, geboren te Aichi-ken, Kasugai-shi, Ooaza Kasugai, Japan
(7-6-1901) Majoor bij het Japansche Leger;
V. xxxxxxxxxxxxx
oud 60 jaar, geboren te Fukuoka-ken, Chikujo-gun, Shimokilmura, Japan
(28-9-1889) Majoor bij het Japansche Leger;
VI. xxxxxxxxxxxxx
oud 44 jaar, geboren te Saga-ken, Kishima-gun, Kohokumura, Kamioda,
Japan (13-12-1902) Kapitein bij het Japansche Leger;
VII. xxxxxxxxxxxx
oud 30 jaar, geboren te Mito, provincie Ibaragi (19-3-1918) Kapitein
(reserve) bij het Japansche Leger;
VIII. xxxxxxxxxxx
oud 44 jaar, geboren te Nishine, provincie Niyagi, Japan (4-2-1903)
Sergeant Majoor bij het Japansche Leger;
IX. xxxxxxxxxxxx
oud 41 jaar, geboren te Tokyo, Sasakusa-ku, Japan (9-10-1907) burger
in dienst van het Japansche Leger;
X. xxxxxxxxxxxxx
oud 32 jaar, geboren te Wakayama-ken, Arita-gun, Yahata-mura, Azaschimizu,
Japan (14-2-1923) burger in dienst van het Japansche Leger;
XII. xxxxxxxxxxxx
oud 39 jaar, geboren te Yamanashi-ken, Kitatsurugori (24-1-1909)
burger in dienst van het Japansche Leger;
allen thans gedetineerd in de strafgevangenis Tjipinang;
Gezien de beschikking tot verwijzing naar den Temporairen
Krijgsraad van den Auditeur Militair dd. 22 November 1947, waarbij
aan beklaagden wordt ten laste gelegd:
dat zij, in Nederlandsch-Indië in de maanden en op de data, alle
gelegen in het jaar 1944, derhalve in oorlogstijd en op de
plaatsen als hieronder nader omschreven, als onderdanen van de
vijandelijke mogendheid Japan, oorlogsmisdrijven hebben gepleegd
hebbende immers, in strijd met de wetten en gebruiken van de
oorlog
1e beklaagde: xxxxxxxxxxxxxx,
in de maanden Maart en April 1944, in zijn functie van "heitan-officier"
van Semarang geduld, dat een hem ondergeschikte burgers
en militairen een groep vrouwen, ten getale van onderveer 35
tevoren reeds door de Japansche bezettings-autoriteiten geïnterneerd
in de kampen nummers 4 en 6 te Ambarawa en ondergebracht
in de bordeelen, de Shokoclub, de Semarang-club, Hinomura
en Futabaso te Semarang, tot de prostitutie dwongen en verkrachten,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat
deze oorlogsmisdrijven begaan werden of zouden worden begaan;
2e beklaagde: xxxxxxxxxxxxxxx.
op of omstreeks 29 Februari 1944, althans in de maand Februari
1944 in de avonduren in een als bordeel ingericht perceel te
Semarang, de Shoko-club genaamd, xxxxxxxxxxxxxxxxx verkacht,
door haar met geweld te dwingen met hem buiten echt vleeschelijke

vrijdag 26 april 2013

Pakket 4, pagina 9


Halmaheira xxxxxxxxxxxxx
that she was interned in Halmaheiracamp, when on 23 Februari
1944 the women and girls between 18 and 25 year were called and interrogated
by the Japanners; that on 26 Februari
1944 xxxxxxxxxx, xxxxxxxxxxxxx, xxxxxxxxxx (xxxxx); xxxxxxxx
xxxxxxxxxxx, xxxxxxxxxxx, xxxxxxxxx, xxxxxxxxx
xxxxx and witness were taken and brought to the Kanarielaan
in Semarang; that no volunteers had come, that
there (Kanarielaan) the brothel keepers came to select the women;
that there she saw that brothel keepers xxxxxx en xxxxxxx
Semarang Curaboe  and xxxxxxx, an officer of high rank; that she was chosen by xxxxxx
together with xxxxxx, xxxxxxxxxx, xxxxxxx

xxxxxx xxxxxxx, xxxxxxxxxxx in addition some volunteers;
that they each got a separate room in the brothel;


that in the night of 26 to 27 Februari some drunken Japanese
entered and raped  xxxxxxxxxx and xxxxxxx;
that on 1 March the official opening was and all girls
were forced to receive Japanese, which was accompanied by fights;
that she on 3/4 March was raped by xxxxxx 
(captain), who managed to overpower her, after 
others did not manage;  that xxxxxx cut her wrist
and xxxxxxxxx together with xxxxxx aforementioned
has fled, however was caught the same evening; that xxxxx 
also hit the girls with they refused to receive the men; that she 
was hit for that reason some times by xxxxx; 

Ambarawa 6. xxxxxxxxxxx

that she in December 1942 in Ambarawa 6 was interned, where she stayed
until 26 Februari 1944; that she on that date was taken out of the camp by the
Japanese together with 8 other girls;
that on 20 Februari 1944 5 Japanese came, including Lieutenant
xxxxxxx (VII), that all girls between 18 and 20 year were summoned
and asked them questions about their age and and status; that the camp leader
mrs. xxxxxxx's question whether these girls were intended for brothers,
got the answer, that the Japanese were not so mean
and that the Dutch women were evil to think about such a thing;
that they came again some days later, nor at that time
mentioned what intentions they had; that on 26 Februari
1944 they were brought by autobus to Semarang to a big
building, where they + 1- women encountered; that the women were selected by
Major xxxxx and she was ordered
Shoko-club  to stand with 8 others, subsequently to be brought to the Shoko-club;



that xxxxxx (xxxxxx) pointed them each a room; that before
they made her sign a printed declaration with a content that was not known to her, which was not
made known to her; that she was snarled when
she asked what the content was, however, that she learned that it was a declaration
in which she declared to work voluntarily in a Japanese brother;
that on 29 Februari 1944 xxxxxx with xxxxx (doctor
and therefore were brought to Semarang and that when she did not
want, he knew how to force her by locking up her parents,
starve them or throw them into the sea; that they kept resisting
and the threats were repeated; that she was tested by doktor xxxxxx
in a correct manner; dat in the evening the Shoko-club was
opened, whereby 8 Japanese were present including xxxxx,
xxxxxxx, xxxxxx, xxxxxx xxxxxx that xxxxx each officer
was pointed a girl and her self was ordered to go with him to a room;
that he ordered her to lie on the bed, which she refused,
after which he threw her on the bed; that she
out of fear for abuse offered no further resistance, however
xxxxx during the sex, bit her in the face; that before
she never met a man and was deflowered by xxxx; that she
after that was forced to go to bed with a Japanese;
that xxxxx visited her one or two times per week; that xxxxx
after about a week called all women together told them,
that they must stop refusing because it would start to
irritate him and that otherwise they would be brought to other brothels,
where the situations were far worse; that she
spoke a few times with xxxxx (VII), who was always correct
and never forced a woman to have sex.


The original transcript is in Dutch, to find it, scroll to page 9 here.

Halmaheira xxxxxxxxxxxxx
dat zij geïnterneerd was in Halmaheirakamp, toen op 23 Februari
1944 de vrouwen en meisjes tusschen 18 en 25 jaar door de Japanners
zijn opgeroepen en ondervraagd werden; dat op 26 Februari
1944 xxxxxxxxxx, xxxxxxxxxxxxx, xxxxxxxxxx (xxxxx); xxxxxxxx
xxxxxxxxxxx, xxxxxxxxxxx, xxxxxxxxx, xxxxxxxxx
xxxxx en getuige zijn meegenomen en gebracht naar de Kanarielaan
te Semarang; dat geen vrijwilligsters zijn meegegaan, dat
daar (Kanarielaan) de bordeelhouders de vrouwen kwamen uitkiezen;
dat zij daar gezien heeft de bordeelhouders xxxxxx en xxxxxxx
Semarang Curaboe  en xxxxxxx, eeen officier van hooge rang; dat zij door xxxxxx is gekozen
samen met xxxxxx, xxxxxxxxxx, xxxxxxx
xxxxxx xxxxxxx, xxxxxxxxxxx benevens enige vrijwilligsters; 
dat zij in het bordeel ieder een aparte kamer
kregen; dat in den nacht van 26 op 27 Februari enkele dronken Japanners
binnengedrongen zijn en xxxxxxxxxx en xxxxxxx hebben verkracht;
dat op 1 Maart de officieele opening was en alle meisjes
werden gedwongen Japanners te ontvangen, hetgeen met vechtpartijen
gepaard ging; dat zij op 3/4 Maart is verkracht door xxxxxxx
(kapitein), die haar wist te overmannen, nadat het op de vorige daten
aan anderen niet was gelukt; dat xxxxxxx haar pols
heeft doorgesneden en xxxxxxxxx samen met xxxxxx voornoemd
is gevlucht, doch dienzelfden avond weer is gepakt; dat xxxxx de
meisjes ook sloeg als zij weigerden mannen te ontvangen; dat zij
om die reden eenige malen door xxxxx is geslagen;
Ambarawa 6. xxxxxxxxxxx
dat zij in December 1942 in Ambarawa 6 is geïnterneerd, waar zij
tot 26 Februari 1944 is gebleven; dat zij op dien datum door de
Japanners uit het kamp is gehaald tezamen met 8 andere meisjes;
dat op 20 Februari 1944 5 Japanners kwamen, waaronder Luitenant
xxxxxxx (VII), die alle meisjes tusschen 18 en 20 jaar ontboden en
hun vragen stelden omtrent leeftijd en staat; dat de kampleidster
mevr. xxxxxxx op haar vraag of deze meisjes voor bordeelen bestemd
waren, ten antwoord kreeg, dat de Japanners niet zo gemeen
waren en dat de Nederlandsche vrouwen slecht waren aan zoo iets
te denken; dat zij eenige dagen later weer kwamen, doch toen evenmin
mededeelden welke bedoelingen ze hadden; dat zij op 26 Februari
1944 per autobus naar Semarang is overgebracht in een groot
gebouw, waar ze + 1- vrouwen aantrof ; dat daar de vrouwen door
Majoor xxxxx werden gesorteerd en haar werd gelast bij 8 anderen te
Shoko-club  gaan staan, om vervolgens naar de Shoko-club te worden gebracht;
dat xxxxxx (xxxxxx) hun ieder een kamer aanwees; dat zij tevoren
een gedrukte verklaring met een haar niet bekende, noch bekend gemaakte
inhoud moest onderteekenen; dat zij werd afgesnauwd toen
ze vroeg wat er in stond, doch later vernam dat het een verklaring
was dat zij zich bereid verklaarde vrijwillig in een Japansch bordeel
te werken; dat op 29 Februari 1944 xxxxxx met xxxxx (arts
en daarvoor naar Semarang waren gebracht en dat indien zij niet
wilden, hij haar wel zou weten te dwingen door hun ouders te laten
opsluiten, verhongeren of in zee gooien; dat zij bleven weigeren
en de bedreigingen werden herhaald; dat zij door dokter xxxxxx
zijn gekeurd op correcte wijze; dat 's avonds de Shoko-club werd
geopend, waarbij 8 Japanners tegenwoordig waren waaronder xxxxx,
xxxxxxx, xxxxxx, xxxxxx xxxxxx dat xxxxx ieder officier
een meisje aanwees en haar zelf beval met hem naar een kamer te
gaan; dat hij haar gelastte op bed te gaan liggen hetgeen ze weigerde,
waarop hij haar op haar bed heeft geworpen; dat zij uit
angst voor mishandelingen zich toen niet verder heeft verzet, doch
xxxxx gedurende de vleeschelijke gemeenschap die hij vervolgens
met haar uitoefende, in het gezicht heeft gebeten; dat zij tevoren
nog nimmer een man had ontmoet en door xxxx is ontmaagd; dat zij
daarna iedere avond werd gedwongen met een Japanner naar bed te
gaan; dat xxxxx haar een of twee keer per week bezocht; dat xxxxx
na ongeveer een week alle vrouwen bij elkaar riep en haar mededeelde,
dat zij ophouden moesten met te weigeren omdat dat hem begon
te vervelen en dat zij anders naar andere bordeelen, waar de toestanden
veel slechter waren, zouden worden overgebracht; dat ze
eenige malen met xxxxx (VII) heeft gesproken, die steeds correct
was en nimmer een vrouw tot vleeschelijke gemeenschap heeft gedwongen